Perished
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.



 
IndexHomepageLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

Deel

Viventes Inferno: The story of Juventus

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden
AuteurBericht
Juvé

Viventes Inferno: The story of Juventus Awxiqo
Juvé


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: I guess I quit counting a long time ago.
Remission: Doomed

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptywo feb 06, 2013 10:45 am

'I've got to try, it's not over yet.
No signals of live, have you left?
My heart is bleeding just for you,
bleeds for only you.
And it hurts to know the truth,'

Prologue: The Hunters

'Ik kan me de eerste keer nog goed herinneren. De dag dat ik haar ontmoette. Ik kon mijn ogen niet van haar af houden. Ze was beeldschoon. En anders...
Ze was intelligent, ze vulde mijn gedachten aan. Door haar was ik zeker van mijn beslissingen. Als een wakende engel was ze altijd bij me.
Toen ging het mis. Ze veranderde, ik veranderde. We begonnen elkaar te haten. Zij, waar ik ooit zoveel van had gehouden, wilde me niet meer zien. Haar woorden...ze steken nog steeds. Met haar leefde ik. Voor haar stierf ik. Door haar verloor ik...alles. En het begon met een naam: Juventus,'




'Juventus,'
Een roodbruine vos keek op naar de ingang van het hol. Ze was voor een moment gestopt met het schoon likken van haar pasgeboren jongen. Ze keek haar levenspartner vragend aan. 'Eén van hen moet zo heten,' verduidelijkte de mannelijke vos zichzelf. Een glimlach verscheen bij de vrouwelijke vos. 'Als jij dat wilt lieverd. Dan vind ik het een prachtige naam,' sprak ze zacht. De bevalling was zwaar geweest, maar ze was sterk. Ze overleefde. Ze moest nu alleen rusten. Zes jongen was een hele klus geweest. Twee jongens en vier meisjes. En ze hield van allen even veel vanaf het moment dat ze een blik op de kleine natte bolletjes vacht had kunnen werpen. De mannelijke vos liep nu inspecterend langs de kleintjes. Met hun oogjes stijf dichtgeknepen probeerde ze hun eerste bewegingen in deze wereld te maken. De vos boog zich naar voren bij één van de twee jongetjes. Een zachte blik verscheen in zijn ogen toen hij het kleintje bekeek. Alsof deze hem had aangevoeld sloeg hij zachtjes, en zonder nagels naar de neus van zijn vader. 'Dit is hem,' sprak de trotse vader tegen de vrouwelijke vos. Ze keek naar hetzelfde kleintje als de andere vos. 'Welkom op de wereld, Juventus,' sprak ze zachtjes.

De weken die daarop volgde verliepen goed. De kleintjes zogen zoals ze dat hoorde te doen en vonden zo langzamerhand hun weg in hun nieuw verkregen leven. Het duurde ook niet lang voor de eerste jongen hun oogjes al openden en voor het eerst een blik de wereld in konden werpen waarin zij leefden. Ze speelde zoals jonge vossen van hun leeftijd behoorden te doen. En al snel leerden ze steeds meer dingen van hun ouders. Het stoeien maakte al snel plaats voor een poging tot jacht waarbij de prooi vaker ontsnapte dan de bedoeling zou zijn geweest. Het was al in deze korte periode dat één van de jongen, Juvé, zijn bijzondere talent liet zijn. De snelle precisie en dodelijkheid waarmee de jonge Juventus zijn prooi keer op keer wist te vangen bleef niet onopgemerkt. Maar daar waar het zijn vader trots maakte, baarde het zijn moeder alleen maar zorgen. De felheid en agressiviteit waarmee haar zoon te werk ging lag hoog. Veel hoger dan zou moeten. Het maakte haar verdrietig. Verdriet veranderde al snel in depressie. Het duurde niet lang of ook de vader van het kersverse gezinnetje merkte dit op. En zo kregen de jongen steeds minder aandacht...

'Denk jij dat mama nog beter wordt,'
Een klein vosje, met een schattig wit vlekje in de buurt van haar snuit keek de andere aan. Hun moeder was terug gegaan naar het hol. Ze had zich niet goed genoeg gevoeld om vandaag mee naar buiten te gaan. Vader was bij haar gebleven en had de kinderen gezegd niet te ver te gaan. Er waren de laatste tijd veel jagers in de buurt gezien. Voorzichtigheid was hen allen op het hart gedrukt. 'Ze is niet ziek,' snauwde een ander haar zusje rauw toe. Haar ogen spoten vuur. Een ander kwam ertussen staan. 'Djé, Vjilva hou op. Moeder is gewoon wat moe. Het zal de tijd van het jaar wel zijn,' sprak hij op bevelende toon, maar erg overtuigd klonk hij niet. 'Juvé, denk jij dat het nog goed komt,' vroeg de kleine vos die eerder was aangesproken als Djé. Het kleine vossenjong reageerde niet. Hij zat daar, zijn oren gespitst, zijn blik strak vooruit. Djé kwam naast hem staan. 'Ik vroeg dus...,' begon ze ongeduldig maar Juvé legde haar met een grom het zwijgen op. De andere mannelijke vos in het gezelschap kwam bij zijn broer staan. 'Wat is er?' vroeg hij zacht. 'Jagers,' fluisterde Juvé. Hij hield zijn kop schuin alsof hij daardoor beter kon horen. 'Ze zijn op weg naar het hol,' vervolgde hij. Hij keek voor een moment om naar zijn broer en zussen. Allen keken met een geschokte blik in hun ogen terug. Hun ouders zaten in de val...

'My hope is on fire,
my dreams are for sale.
A dance on a wire.
But don't want to fail them,'


Nou, het eerste stukje verhaal van Juvé's levensgeschiedenis. Ik wil graag jullie mening. Als het aanslaat ben ik van plan meer te schrijven.


Voor hen die eerdere stukken uit het verhaal terug willen lezen of later nog eens alles achter elkaar willen lezen zet ik alle nieuwe hoofdstukken onder elkaar:

Chapter 1: Lost:
Chapter 2: An unexpected friendship:



De buitenlandse teksten in de verhalen zijn stukken uit liedjes. Ze zijn niet van mij en ik heb geen enkele recht om ze van mij te benoemen dus bij deze een lijst met de oorsprong van de teksten in volgorde waarin ze ook in het verhaal staan:

Spoiler:


Laatst aangepast door Juvé op vr maa 01, 2013 8:08 am; in totaal 2 keer bewerkt
Terug naar boven Ga naar beneden
Fitch

Fitch


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd:
Remission: Neutral

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptywo feb 06, 2013 11:33 am

aah ik dacht het verhaal verder ging Sad zat er net helemaal in!

bij mij slaat het aan Smile spannend
Terug naar boven Ga naar beneden
Juvé

Viventes Inferno: The story of Juventus Awxiqo
Juvé


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: I guess I quit counting a long time ago.
Remission: Doomed

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptywo feb 06, 2013 12:27 pm

Dat is serieus één van de beste complimenten die ik kon krijgen.
Dank je wel.
Terug naar boven Ga naar beneden
Bubble

Bubble


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd:
Remission: Neutral

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptywo feb 06, 2013 9:51 pm

WHAAAAAAAAH STOMME CLIPHANGER!! Gimmmmmmmmme more DX
Terug naar boven Ga naar beneden
Juvé

Viventes Inferno: The story of Juventus Awxiqo
Juvé


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: I guess I quit counting a long time ago.
Remission: Doomed

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptyvr feb 08, 2013 10:12 pm

'I can't feel my senses.
I just feel the cold.
All colors seem to fade away.
I can't reach my soul,'

Chapter 1: Lost

Zijn hoofd bonkte, zijn poten deden pijn en wilde het niet langer dragen. Maar de pijn negerend rende Juvé tussen de bomen door. De anderen op maar een paar centimeter afstand van hem. Boom na boom schoot aan hem voorbij. Als hij struikelde stond hij gewoon weer op en rende verder. Met de adrenaline door hun lijf gierend kwamen ze bij het hol aan waar hun ouders in de val moesten zitten. Op een paar meter, goed verscholen tussen het struikgewas, hielden de zes jonge vossen halt. Uithijgend bleven ze naar het hol kijken tot uiteindelijk één van hen genoeg op adem was gekomen om te kunnen praten. 'Waarom is het zo stil,' vroeg Vjilva zachtjes. Haar bruine ogen keken bang naar de rest. Juvé had al die tijd zijn blik niet meer van de half verscholen ingang van het hol gehaald. Hij ademde diep in. 'Ik ruik geen mensen meer. Maar ze zijn hier wel geweest,' zei hij. Een roodbruine schim schoot hem voorbij. 'Mama!' schreeuwde Nahiri, Juvé's op één na jongste zusje. Ze rende naar het hol met Erlan, Juvé's oudere broer achter haar aan. 'Nahiri, kom terug!,' siste hij haar toe maar het jonge vosje was al in het hol verdwenen. Behoedzaam ging de rest hen achterna. Juvé's ogen moesten even wennen aan het schemerige licht dat in het hol viel. Na een paar keer knipperen waren zijn ogen gewend en zag hij dat Vjilva naast hem was komen staan. De uitdrukking die in haar gelaatstrekken lag was er één van verwarring. 'Dat kan niet,' fluisterde ze zachtjes. Juvé volgde haar blik en zag wat ze bedoelde. Er was niets. Het hol was verlaten alsof er al weken geen vos of konijn er had gewoond. Geen spoor van hun ouders was er te ruiken. Niet één van recent tenminste. Die van de mensen daarentegen leek zowat overal te zijn, al was de geur zwak. Ze waren niet langer in de buurt van het hol. 'Waar zouden ze zijn?' vroeg Erlan zachtjes die hetzelfde had opgemerkt als zijn broer en zus. Het geluid van een vos in doodsangst onderbrak hun denkproces en liet hen allen omkijken naar de ingang. Ze kende allemaal de eigenaar van die kreet van pure doodsangst. 'Djé,' raspte Dajin, één van de middelste vossen zusters in paniek. Zonder ook maar iets te zeggen was Juvé het hol uit. Buiten bleef hij stilstaan. Hij drukte zijn neus zowat tegen de grond en vond al snel de geur van Djé. Voor de tweede keer die dag zette hij een sprint in waar een volbloed renpaard nog jaloers op zou zijn geweest. Het frustreerde hem dat hij maar niet verder vooruit kon komen omdat hij telkens moest stoppen om de geur van Djé te onderscheiden tussen de vele geuren die zich in het bos bevonden. Hij kon geen meters maken zoals hij zou willen. Ineens was de geur heel sterk. Juvé perste nog wat meer snelheid uit zijn lijf. Maar toen hij het gevoel had dat hij er bijna was hoorde hij een geluid waar hij voor de rest van zijn leven bang voor zou zijn. Het liet hem abrupt stoppen met rennen. Zijn ogen groot en zijn poten trillend van uitputting en ongeloof bleef hij voor zich uit staren. Hij hoorde niet eens dat Erlan achter hem rende en hem nu had ingehaald. Zijn broer liep hem voorbij. Toen Juvé hem zag kon hij zich pas weer bewegen en liep achter hem aan, vrezend voor wat zich achter de struiken zou bevinden. Zijn adem stokte in zijn keel. Een paar meter verderop lag het kleine gestalte van Djé. Juvé rende op een sukkeldrafje naar haar toe. Haar eens zo mooie witte borstkas was rood van het bloed. Ze haalde niet langer meer adem. Haar ogen waren nog steeds open en vertoonden de laatste momenten van doodsangst en wanhoop die ze had uitgestaan voordat het schot haar geraakt had. Ergens schuin achter zich hoorde hij Dajin in snikken uitbarsten. Juvé boog zijn kop als een verslagen vos.

Het verlies van Djé was ondragelijk, voor iedereen. Niemand durfde nog een poot te zetten op de plaats waar ze was gestorven. We durfden amper naar buiten. We wisten niet of de mensen nog steeds in de buurt waren, maar verder weg jagen was te gevaarlijk. We konden ook niet bij de voorraad van begraven eten komen, bang om gezien te worden. We leefden van klein wild dat zich dicht in de buurt van het hol waagde. We wachtten. Waarop weet ik niet echt meer. Waarschijnlijk tot vader en moeder terug zouden komen. Ik weet niet hoe lang we gewacht hebben. Uren. Misschien wel dagen. Uiteindelijk leken het zelfs wel weken. Ze kwamen niet terug. En wij konden niet de rest van ons leven op hen blijven wachten. We moesten tot een besluit komen...

'We kunnen hier niet langer blijven,'
Iedereen in het hol keek op naar Juvé. Hij was net terug gekomen van het jagen en had een mager konijn weten te vangen die anders toch wel zou zijn gestorven aan ondervoeding. Dajin was de eerste die de stilte doorbrak. 'Hoe bedoel je?' vroeg ze zachtjes. Juvé's blik gleed naar zijn zusje. 'We moeten hier weg. Weg uit dit hol en dit territorium,' verduidelijkte hij zichzelf. Vjilva was overeind gesprongen en keek haar broer fel aan. 'We kunnen niet weg. Er zijn daarbuiten mensen. We overleven hier toch prima!' riep ze kwaad uit. Ze was Juvé zeker weten naar de keel gevlogen als Erlan er niet tussen was gekomen. 'Vjilva, ik vind het net zo gevaarlijk als jij maar we moeten Juvé de kans geven om het uit te leggen. We vallen elkaar niet aan. We moeten al zien te overleven. Laten we elkaar het leven niet nog zuurder maken dan het als is,' sprak hij wijs voor zijn leeftijd. Hij knikte naar Juvé dat hij verder kon vertellen. 'Het wild hier trekt weg. Ze durven niet langer hier te komen omdat ze weten wat hen te wachten staat. Enkel zwakke en kleine dieren, waar niet genoeg aan zit om van te kunnen leven durven zich hier nog te wagen. We weten niet of er daarbuiten nog mensen zijn, maar als ze er wel zitten duurt het toch niet lang voor ze ons vinden. We kunnen hier niet langer blijven, dat wordt zeker onze dood,' hervatte hij zijn verhaal. Erlan en Vjilva overdachten stil Juvé's woorden. Dajin was te bang om iets te zeggen. Alleen Nahiri keek hem recht aan. 'Waar wilde je heen dan?' vroeg ze kalm. Juvé keek zijn nu jongste zusje aan. 'Naar het noorden. Misschien zitten daar minder mensen omdat het daar kouder is,' zei hij. Erlan keek zijn broer aan. 'Je had dit een paar dagen geleden allemaal al uitgedacht nietwaar?' vroeg hij zacht. 'Ik wachtte op het juiste moment om het bij jullie aan te kaarten,' beaamde Juvé de veronderstelling van zijn broer. Erlan haalde diep adem en slaakte een zucht. 'Ik weet het niet. Hier zijn we veilig Juvé. Waarom ons leven riskeren voor een plek waar hem misschien wel gevaarlijker is,' zei hij. De rest leek die mening te delen. Juvé keek kwaad van de één naar de ander. 'Best. Blijf dan maar hier op je dood wachten. Maar ik vertrek. Met of zonder jullie,' sprak hij en met die woorden stormde hij het hol uit.

Drie dagen lang liep Juvé dag en nacht door. Maar halverwege de ochtend op de derde dag liet een geluid hem stoppen. Hij hoorde iemand roepen maar hij kon het niet verstaan. Toen het geluid dichterbij kwam merkte hij dat er naar hem werd geroepen. Hij draaide zich om, spande zijn spieren en stond klaar om iedereen die hem kwaad wilde doen aan te vallen. Maar hij ontspande zich toen hij Erlan herkende. Achter hem liepen zijn zusjes. Toen ze bij hem waren keek Juvé hen vragend aan. 'We konden je niet alleen laten vertrekken. Dat zou verkeerd zijn,' begon Nahiri. 'We zijn per slot van rekening familie,' vulde Dajin haar zusje aan. 'En als jij naar het noorden wilt, dan gaan wij met je mee. We zijn al drie vossen waar we veel van hielden verloren. We laten dat niet met een vierde gebeuren,' eindigde Erlan. Juvé keek hen dankbaar aan. Ze waren hem achterna gekomen. 'Laten we maar gaan dan,' sprak hij zachtjes. Ze vertrokken. Onderweg werden de taken verdeeld. Wat Juvé eerst alleen had moeten doen werd hij nu geholpen door zijn broer en zussen. Hij zorgde voor het eten elke dag, want hij was de beste jager. Nahiri en Dajin zochten naar beschutting, een plek om te slapen en uit te rusten. Vjilva en Erlan hielden de omgeving in de gaten. Lettend op vijanden en bovenal, sporen van mensen. Minstens anderhalve week trokken de jonge vossen in de richting van het noorden tot ze op een dag een uitgestrekte vallei onder zich zagen. Het leek er niet op dat er mensen in de buurt waren, maar dat wist je natuurlijk nooit. 'Misschien kunnen we hier wel blijven. Het ziet er rustig uit, hier zal veel meer wild zitten dan bij ons oude hol,' sprak Erlan terwijl hij Juvé aankeek. Deze laatste knikte alleen maar. 'Kom, we gaan de vallei verkennen,' riep Vjilva enthousiast en zette er stevig de pas erin. Ze waren nog maar een paar kilometer de vallei in getrokken toen achter hen een laag en dreigend gegrom klonk. De jonge vossen draaide zich allen tegelijk om. Achter hen stond een groep van volwassen vossen. De middelste stapte naar voren. Over zijn rechteroog lag een wit vlies als de volle maan wat erop duidde dat hij aan dit oog blind was. Zijn vacht was zo donker van kleur dat het eerder bruin leek dan rood. Op zijn lijf waren verschillende littekens te herkennen wat wees op een verleden als doorgewinterd vechter. Zijn stem klonk laag en dreigend en deed de kleinste haartjes in je nek overeind springen.
'Wat doen jullie in ons territorium,'


'As the day dies,
with tears in our eyes.
There's too few hello's and too many goodbyes.
Silence answers our cries.
Where are we going from here?'


Coming soon:
Chapter 2: An unexpected friendship
Terug naar boven Ga naar beneden
Juvé

Viventes Inferno: The story of Juventus Awxiqo
Juvé


Character
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: I guess I quit counting a long time ago.
Remission: Doomed

Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Emptyvr maa 01, 2013 8:04 am

'Letzte Nacht hab ich geträumt,
wir müssten fliehen.
Aus dieser viel zu großen Welt.
Und ich kann mich nicht erinnern,
ob wir entkamen,'

Chapter 2: An unexpected friendship

'Omdat jullie nog zo jong zijn krijgen jullie één kans. Vertrek nu. Jullie zijn hier niet gewenst,'
Het was de grote vos die eerder had gesproken die nu wederom het woord nam. 'Juvé, laten we alsjeblieft gaan,' sprak Dajin zachtjes tegen haar broer. Maar Juvé vertrok geen spier. In plaats daarvan probeerde hij zich groot te maken. Niet dat het erg veel nut had. Juvé was jong en klein. Vooral in vergelijking met de grote vossen die voor hem stonden. 'Nee,' sprak hij luid. Alles wat door zijn lengte teniet werd gedaan werd door de kracht en zelfvertrouwen in zijn stem weer goed gemaakt. De grote vos tegenover hem kreeg een geamuseerde blik in zijn ogen. 'Nee?' herhaalde hij zacht op vervaarlijke toon. Hij zette nog een paar stappen naar voren zodat Juvé nu zijn kop in zijn nek moest leggen om hem aan te kijken. Maar nog steeds weigerde hij op een stap opzij te doen voor de grote vos. Een paar seconden bleven de twee partijen zo tegenover elkaar staan tot uiteindelijk de grote vos een bulderende lach slaakte. '' Ik moet zeggen kleine, je hebt veel lef. Maar nu even geen grapjes meer. Opdonderen,' sprak hij toen hij een beetje uitgelachen was. Maar zelfs nog voordat de vos was uitgesproken schudde Juvé zijn kop. 'Waarom? Deze vallei is groot genoeg voor ons allemaal. We zijn maar klein. Van ons zul je echt geen last hebben,' zei hij. Nu was de geamuseerde blik in de ogen van de vos helemaal verdwenen. 'Wat je schijnt te vergeten is dat kleine vosjes groot worden. En dan gaan ze op zoek naar een partner. En dan krijgen ze zelf kleine vosjes. Begrijp je een beetje waar ik naartoe wil kleine?' vroeg hij bloedserieus. 'Alstublieft. Laat ons blijven. We kunnen helemaal nergens meer heen,' riep Erlan. Nu ging alle aandacht naar hem. De grote vos snoof. 'Ik kan jullie niet beloven dat jullie mogen blijven. Dat moet besproken worden door de ouderen. Als jullie echt willen blijven, loop dan maar mee. Maar ik waarschuw jullie. Als je hier wilt wonen moet je je wel aan onze regels houden. Alle regels,' zei hij. Iets in zijn stem zorgde ervoor dat Juvé zich ongemakkelijk begon te voelen. Maar ze hadden een plek nodig om te wonen en waar eten was. En als dit de manier was, dan moest dat maar. Hij keek even naar zijn broer en zussen. Eén blik en ze waren het allemaal met elkaar eens. Veel keus hadden ze immers niet. 'We gaan mee,' bevestigde Erlan hun beslissing hardop tegen de grote vos. Deze zei niks, hij deed niks. Hij en de anderen draaide zich enkel om en liepen weg, Juvé en de andere op hun hielen.

Onder het lopen haalde Juvé de grote vossen in tot hij naast de vos liep die tot nu toe als enige tegen hen had gesproken en in Juvé's ogen dus de leider van het groepje moest zijn. 'Wat wil je kleine?' vroeg de vos zonder Juvé aan te kijken. Even bleef het stil, maar nu hij hier liep vond Juvé dat hij ook het lef moest hebben om door te zetten. 'Wat ik me af vroeg. Je had het eerder over de ''ouderen''. Ik dacht dat vossen over het algemeen niet in groepen leefde. Laat staan dat we een standen systeem hebben. Hoe zit dat?' vroeg hij terwijl hij af en toe op keek naar de grote vos. Deze keek Juvé nog steeds niet aan. 'Ik weet niet of jullie het gemerkt hebben, maar de mensen zitten ons de laatste tijd bijzonder veel op onze huid. Ze organiseren dingen die ze ''vossenjacht'' noemen. Dan sporen ze een paar agressieve verre neven van ons, honden, aan om op ons te jagen. Zodra we gevonden zijn pakken de mensen iets wat nog het meeste lijkt op een lange glimmende stok. Maar deze spuugt vuur en donder. Eenmaal geraakt en je blaast je laatste adem uit. Steeds vaker vonden we dode vossen bij plekken waar we vroeger nog veel konden jagen. De wereld is aan het veranderen kleine, en als we niet mee veranderen zal ze ons verwoesten. Een groep vossen besloot dat het beter was om samen te leven. Zo hebben we misschien een kans tegen de mensen,' legde hij uit. Juvé's gedachten gingen onwillekeurig terug naar Djé. Het geluid dat hij hoorde vlak voor ze haar hadden gevonden. Het had inderdaad als de donder geklonken besefte hij zich. En even huiverde Juvé. Het was de grote vos niet ontgaan en even slaakte hij een zachte gniffel. Het klonk duivels en zat vol leedvermaak. Juvé begon zich af te vragen of dit echt wel zo'n goed idee was geweest. Maar een weg terug was er nu niet. Dus ze liepen verder tot ze uiteindelijk bij een stuk bos aankwamen. Nog voordat ze de rand van het kleine bosgebied hadden bereikt rook Juvé al de geur van anderen vossen. Even aarzelde hij en zijn blik zocht die van zijn broer en zussen. Die keken hem met dezelfde onzekere blik aan. Uiteindelijk kregen ze een kleine duw van één van de grotere vossen en liepen door, het bos in.

Ze waren nog niet eens zo ver toen ze tussen de bomen van het bos al de schaduwen zagen van andere vossen. Niet veel later werden ze opgevangen door een groep van minsten tien vossen. De grootsten van allen deed een stap naar voren. Juvé bleef hem met grote ogen aankijken. Zijn vacht was zo donker van kleur dat het wel zwart leek te zijn. Alsof zelfs de zon er geen kleur op kon krijgen. Zijn ogen leken daar perfect bij te passen. Ze waren zo donker dat het moeilijk was om een pupil erin te onderscheiden. Maar wat Juvé nog wel het meest verafschuwde was het feit dat hij een achterpoot miste. Onderaan zijn poot zat enkel een misvormd stompje. De grote vos merkte dat Juvé ernaar zat te staren. 'Berenval jochie. Kijk maar uit dat je er nooit in één terecht komt,' sprak hij met rauwe stem en een vreugdeloze lach. Daarna negeerde hij Juvé en de rest. 'Arkan?'
Zijn stem klonk laag en dreigend. Arkan had inmiddels een stap naar voren gezet. En hoewel hij een lichtelijk onderdanige houding had aangenomen leek hij niet bevreesd te zijn voor de andere vos. 'Ferris, ik heb ze meegenomen. Ze vallen onder mijn verantwoordelijkheid,' stelde hij duidelijk vast. De donkere vos, Ferris, snoof even kort. 'De vraag hier is eerder waarom je ze hebt meegenomen,' sprak hij kalm maar nog steeds met die ondertoon van dreiging in zijn stem. 'Kijk eens om je heen. De meeste van ons hebben de gloriedagen wel achter de rug. Scherpe oren en jonge poten zijn een welkome afwisseling voor onze oude botten,' sprak hij met een lichte voor van humor in zijn stem verborgen. Opnieuw snoof Ferris. Zijn duistere blik gleed langs de jonge vossen. 'Vooruit dan, ze mogen blijven. Maar als ze één van onze regels overtreden dan zijn ze hier niet langer welkom,' sprak hij waarna hij zich omdraaide en weg hinkte, op de voet gevolgd door drie andere vossen. De rest verspreidde zich. Enkel Arkan, Juvé, Erlan, Dajin, Vjilva en Nahiri bleven achter. Nahiri wende zich tot Arkan. 'Waarom kwam je zo voor ons op. Je kent ons niet en eerlijk gezegd hebben we ons aan je opgedrongen,' sprak ze zacht. Arkan gaf niet direct antwoord maar leek ergens opzij te kijken waar iets veel interessanters was te zien. 'Laten we zeggen, dat het lang geleden is dat ik vossen tegen kwam met zoveel pit,' sprak hij uiteindelijk. 'Kom, er is veel wat jullie nog moeten weten,' vervolgde hij en verdween tussen de bomen. 'Wat denk je ervan Juvé?' vroeg Vjilva zacht. 'Ik denk dat we er vandaag een nieuwe vriend bij hebben gekregen,' sprak Juvé met een kleine grijns.

'As I was walking all alone.
I heard two ravens cry and moan.
The one onto the other did say-o.
Where shall we go and dine today-o?
Where shall we go and dine today?'

Coming soon:
Chapter 3: Who are you?
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud




Viventes Inferno: The story of Juventus Empty
BerichtOnderwerp: Re: Viventes Inferno: The story of Juventus Viventes Inferno: The story of Juventus Empty

Terug naar boven Ga naar beneden

Viventes Inferno: The story of Juventus

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven
Pagina 1 van 1

Soortgelijke onderwerpen

-
» So this is where my story starts..

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Perished :: Algemeen :: Creativiteit-