Het was tegen het donker worden. Kuro liep tussen de bomen door terwijl hij af en toe omkeek. Hij was al bezig aan zijn 5de sigaret dat uur. Oh god...waarom was hij ook alweer hier...Hij rilde even terwijl hij zijn kraag hoger op deed. Goed, het werd maar eens tijd dat hij een kampeerplekje te zoeken. Hij deed zijn tas af, rommelde er even wat in, en haalde er een zaklamp uit. Toen knipte hij deze aan. Hij scheen er even mee op het bladerdek. Na een paar keer ermee te hebben rondgeschenen, deed hij zijn tas weer op zijn rug, en liep toen verder. Hij zag in het halfdonker dat de bomen wat minder werden, en meende hij iets van een weerspiegeling te zien. Ook meende hij iets van een klotsend geluid te horen. Ja, daar moest water zijn. Hij liep totdat hij haast geen bomen meer zag. Toen zag hij dat het vage schijnsel van zijn zaklamp nu weerspiegeld werd door water. Oke, hij was dus nu echt bij de waterkant. Hij keek even om zich heen. In de verte hoorde hij een nachtdier. Ja, dit was een goede plek om een soort van kampeerplaats te maken. Na een tijdje had hij een goed kampvuur gemaakt, en had hij een zijn kleine tentje opgezet. Hij keek even in het vuur terwijl hij zijn 7de sigaret opstak. Ergens was dit ook wel weer ongelofelijk vet. Hij voelde nu dezelfde spanning als die ene keer, jaren geleden toen het virus nog niet uitgebroken was. Hij was toen betrokken geraakt bij een gevechtje in een discotheek. Dat was ook gelijk zijn eerste en daarna ook zeker niet de laatste keer dat hij in aanraking was gekomen met de politie. Hij grijnste even terwijl hij de rook van zijn sigaret uitblies. Maar nu waren die popo's er niet meer. Beter, want nu kon hij gewoon z'n gang gaan..doen waar hij zelf zin in had. Hij keek om zich heen. Al betwijfede hij of hij ook als het virus nog niet was uitgebroken, hier smerissen tegen zou komen. Hij stond op, en liep naar zijn tent toe, terwijl hij zijn uitgerookte sigaret in het vuur mikte. Zijn tas stond in de tent. Hij haalde iets uit zijn tas. Het was een blik soep. Hij maakte deze met zijn lederman open, en klikte toen een lepel uit deze die hij gebruikte om uit het blik te eten. Toen hij ging zitten, rilde hij even en ging iets dichterbij het vuur ging zitten. Toen hij deze op had, zette hij deze neer. Nee, hij gooide dit blik niet weg. Misschien had hij er nog wat aan. Hij keek toen even naar het vuur, pakte een tak en porde er een beetje in.