In plaats van heel obvious een huis te hebben geclaimd in het Solumn gebied, had Liz voor een soort 'hol' gekozen in het bos. Een nogal kaal, verwoest uitziend deel waar je de rillingen van kreeg. De perfecte plek voor haar en ze had gemakkelijker uitkijk op eventueel indringers. Tevreden haalde ze haar wijsvinger langs een kapmes. Ietwat bot, maar het was scherp genoeg om dieren gauw genoeg van hun leven te beroven. Of mensen, die haar favorieter lagen dan de dieren. Waarschijnlijk omdat ze beter te doorboren waren en je niet door dikke vacht hoefde te gaan. Ja, vooral de keel was heerlijk om te doorgronden. Zo zacht als boter hoe het aanvoelde.
Haar gedachten voerden terug naar een meid dat op haar pad was gekomen. Niet heel lang geleden, maar ook niet vers te noemen. Een lichte grijns verscheen op haar gezicht, waarbij ze haar hoofd ietwat schuiner draaide, terwijl haar ogen nog steeds op het mes gericht waren. Het meisje had gedacht, niet veel verschillend van haar qua leeftijd maar nog steeds drie jaar jonger, gemakkelijk haar vertrouwen te winnen. Daarmee samen rond te patrouilleren, te overleven en bevriend te raken. Liz wist wel beter, ze vertrouwde geen mensen. Niemand niet. Die les had ze wel geleerd door met de jaren heen. Ze kwam erachter hoe langzaam maar zeker steeds meer wapens en overlevingsmiddelen verdwenen en dat was het einde van het 'partnerschap'. Ze had haar eens gevolgd naar waar ze de middelen heen had gebracht en merkte dat ze met meerdere had samengewerkt. Allemaal één complot. Enkel op dat moment was ze alleen en was dat de kans van de blondine om haar zonder twijfel neer te halen. Als boodschap. Haar strot was doorgehaald en ze had alle wapens, supplies, simpel genoeg meegenomen. Zelfs extra, ze moest tenslotte overleven. En ze kon niet ontkennen dat ze geen dief was, alles om te overleven.
Zacht geritsel lokte haar uit haar gedachten, deed haar hoofd draaien richting de in- en uitgang. Het was enkel de wind, nothing to worry about. De nacht was gevallen, tijd om te slapen. Ze was een lichte slaper, hield elk geluid dat klonk in de gaten.
De nacht was zonder problemen verlopen, wat haar uit haar slaap ontwaakte. Ze was inmiddels gewend aan de spierpijn en krampen van de harde ondergronden waar ze op sliep. Ze zou gelijk maar op jacht gaan, de energie had ze ervoor. Voor kort bleef ze staan, kijkende welk wapen ze zou meenemen. Ze zou toch gaan voor een machete, het kapmes wat naast de ietwat botte hing. Als bescherming schoof ze die voorzichtig in haar bevuilde, gescheurde en vooral verkleurde broek. Zodat ze hem er uit kon halen als ze hem nodig had. En hij zat tenslotte op zo'n positie dat ze zichzelf niet zou bezeren, net het handvat uitstekend boven haar middel. Onopmerkbaar sneakte ze naar buiten, bekeek hoe haar thuis erbij stond. Overdekt door schaduw, wat nooit bereikt zou worden door de zon en takken die voor de ingang hingen. Het zag er verreweg uit van een bewoonde plek, zelfs niet als een echte inholling. Nee, in haar ogen was het mooi afgedekt. En met die gedachte sprintte ze er vandoor richting het gebied wat de stad moest voorstellen.
Eenmaal aangekomen bij een meer, bekeek zichzelf in de weerspiegeling die het prijsgaf. Ze had zichzelf al tijden niet meer bekeken. Niet enkel vervuild en veranderd qua uiterlijk, maar vooral sterk in innerlijk. Vroeger was ze niet zo'n moordmachine als nu, zo koel en zielloos leek ze wel. Al tijden had ze geen genade meer gevoeld voor mensen die ze om had gelegd. Het was tenslotte hun eigen schuld. Vanuit haar ooghoeken kreeg ze door hoe een figuur dichterbij kwam, niet bepaald dreigend. Maar wat degene van haar wou was een raadsel, daarom bleef ze beter op haar hoede. Zodra degene onschuldig een praatje begon te maken, tilde ze vanuit walging haar linker mondhoek op. Zonder haar zicht te veranderen, starende naar het water.
Het was seconde werk, maar ze greep naar haar machete en legde die zo snel mogelijk op de keel van de jongen. ''Geef me één reden waarom ik je zou sparen.'' Siste ze in zijn gezicht, op nog geen vijf centimeter van hem verwijderd. Gezicht bij gezicht, zoekende naar angst in zijn ogen.
[Laatheid, sorry. School ;_; ]
[God Note] - Remission voor het dreigen om iemand te vermoorden