Micki was uit de stad gegaan voor een reden. Ze werd sneller ziek dan andere, en ze wilde niet zoals ze bij Kuro had ziek worden bij hem. Ze hoopte dat ze het dan deze keer niet had. Yules, een jongen die ze had leren kennen op het strand, had haar een slaap plaats geboden. Hij had een boodschappentas gegeven. Alle spullen van haa zaten in een boodschappentas, het was niet eens vol gevuld. Na het vuur uitgemaakt te hebben liepen ze dan zwijgzaam verder. Ik ben klaar, als je wilt kunnen we gaan. Ze lachte even naar Yules.
Ze liepen grote stukken, Micki kon het niet helpen om dan ook veel rond te kijken. Ze zag dat Yules soms wat over zijn schouder keek. Even leek hij zijn pas in te houden en kwam naast haar lopen. Ze keek hem even aan, maar hij keek haar niet aan. Ze keek ook maar weer recht. Ze zag verderop het park, even begon ze te lachen. Parken, die waren altijd wel leuk vind Micki. Maar in de verte zag ze veel bloed plekken, nu hield zij haar pas in. Ze voelde een hand op haar schouder, ze keek direct naar de hand. Het was de hand van Yules. Even voelde ze zich zekerder en knikte iets en liep samen met Yules verder. Er leek iets te kraken van opzij, niet alleen Yules was gelijk aan het kijken, Micki was naar de andere kant van Yules gegaan, waar het geluid vandaan kwam wilde ze niet staan. Hij haalde opgelucht adem. Micki wist niet wat het was of iets, ze keek nog even rond. Ze liepen weer verder. Vele gedachten gingen door haar hoofd heen. Het leek alsof ze er waren want Yules kreeg ondertussen een tunnel blik naar Micki’s gedachte. Ze keek ook maar wat vooruit. ‘Er moet vast een reden zijn waarom we zo stil zijn… Misschien is dit gebied niet 100 % veilig… je weet het niet.’ Ze keek op, een mooie tuin was te zien. Gras was kort, led lichtjes maakte een soort van pad. Ze zag een vijver en naar de voordeur werd geleid door Langwerpige stenen. Ze werd rustig al bij het kijken naar de tuin, even keek ze Yules aan. Hij lachte even en leek wat te mompelen, ze keek snel naar zijn lippen. ‘home sweet home. Dit moest zijn huis dus zijn.’ Ze bekeek het nog een keer, het leek zo groot voor maar een persoon… ze keek opzij naar Yules die aan het grinniken was. ‘Tijd om eens naar binnen te gaan, het is vrij fris hier.’ Hij glimlachte weer. Opgelucht lachte Micki terug, ze vond het al zo raar dat hij zo zwijgzaam deed… ‘zou hij iets misschien verbergen of over iets zorgen maken?’ Hij liep verder over de stenen ‘Kom je mee, Micki?’ Hij klonk vriendelijk. Micki volgde hem. Het was inderdaad fris geworden, de wind was op gaan zetten.
Ze keek nog eens buiten rond, het kon nooit kwaad om dingen snel te herinneren. Terwijl de voordeur openging en Yules naar binnen liep volgde Micki. Het was groot van binnen, ze had geen idee waar ze nu waren. Maar ze keek haar ogen uit, dit was dan misschien kleiner dan haar eigen huis. Maar het leek hier veel beter dan in haar eigen huis. Ze keek om naar Yules en weer rond in de plek waar ze was. Is dit echt zijn huis? Het is zo groot… als het zo is, dan moet hij wel erg goed verdienen… Maar waarom woont hij dan in z’n groot huis? En dan zo alleen?’ Vragen spookte door haar hoofd heen. Ze deed haar vest uit en hield die over haar arm heen vast, het was hierbinnen gelukkig warmer dan buiten.