Een milde, zonnige dag. De eerste vogeltjes lieten al van zich horen. Dit was 1 van die dagen waarop je even vergat dat er eigenlijk een apocalyps heerst. Het was midden op de dag. Tegen de blauwe lucht was een witte tekening te zien. Een middelgrote vogel. Een witte raaf om precies te zijn. Echter klopte er iets niet. De raaf was veel te groot. Ook had hij twee kleuren ogen. Het was niemand minder dan Chaurus, god van Purgatorio. Chaurus genoot van deze vlucht. De wind die door zijn veren ging. Hij had hele goede thermiek op deze hoogte. Hij keek naar beneden. Naar de gebouwen waar hij over heen vloog. Af en toe zag hij dat de weinige mensen stopte en naar de lucht bleven kijken. Naar wat voor groots ding er nou weer voorbij kwam.
Ugh..die lucht die een stad met zich meebrengt..walgelijk..Hij keek dan ook opgelucht toen hij zag dat hij de rand van de stad naderde. Eenmaal de stad achter zich gelaten, zag hij dat hier de akkervelden, of zoals hij dat zelf graag noemde, Velden van ontmoeting begonnen. Hij ademde even diep in. Heerlijk, de niet stadse geuren. OP ee openveld zag hij een groepje herten grazen. Snel keek hij even of Destrius er niet tussen zat. Vast niet..daar kwam bij, zijn collega had nu de vorm van een mede-vogel. Nu begon er een klein briesje te waaien. Hij raakte een beetje uit koers, maar bleef nog steeds goed recht in de lucht vliegen. Toen opeens een hard geluid. PANG Hij voelde iets langs zijn lichaam gaan. Hij deed hem naar beneden kijken. PANG Deze keer was het langs zijn vleugels. Hij keek naar de plek waar hij het had gevoeld en toen weer naar beneden. Toen zag hij het. Het was een sterveling die zich verscholen had tussen het hoge gras. Waarschijnlijk op zoek naar eten wat hij af kon schieten. De sterveling had een geweer in zijn hand, en richtte dat op de god. Het deed hem enkel grinniken. Toen vervaagde hij. Maar hij was niet weg. Hij was enkel onzichtbaar geworden. Hij zag dat de sterveling verward om zich heen keek. Hij daalde neer, totdat hij net voor de sterveling was. Hij bleef toen stilhangen in de lucht. Toen materialiseerde Chaurus voor deze. "Wat krijgen we.." de streveling had van schrik een schot richting hem gelast. Echter, ging de kogel gewoon door Chaurus heen. "Mag ik je erop wijzen dat je behoorlijk slecht kan mikken?" De sterveling richtte bevend zijn geweer op hem. "G..ga weg...anders d..dood ik je.." Chaurus grinnikte. Wat waren stervelingen toch simpeldenkend..."Oh ja? Bewijs het. Doe het. Dood mij.." Chaurus streek neer op de grond. Nu pas zag je hoe groot hij was. Hij was zeker de grootte van een koe. Hij keek uitdagend naar de sterveling. Deze haalde bevend de trekker van zijn geweer over, richtend tussen de ogen van Chaurus. PANG De kogel ging net als net gewoon door Chaurus heen. Hij lachte. Zijn lach klonk precies als het geluid van een raaf. "Je hebt wel lef zeg..om op zo'n grote vogel te mikken niet?" Met ieder woord kwam hij dichterbij de sterveling. De arme man deed een paar stappen achteruit. "Wat dacht je toen je mij zag? Hmn?" Nog steeds had Chaurus die grijns op zijn gezicht. De man deed zijn mond open, maar wist niet wat hij moest zeggen. "Antwoord mij.." Hij was nu met zijn snavel dichtbij het gezicht van de man. Deze had zijn geweer laten vallen. "E..e....eten" Charus knikte, en ging wat verder van de man weg. Hij zuchtte. "Weet je wel dat ravenvlees over het algemeen niet erg voedzaam is? Laat staan lekker.. Heb je überhaupt wel eens Raaf gegeten eigenlijk? Aan deze actie te zien kennelijk niet." De man schudde zijn hoofd. "En je kent kennelijk dit geboed ook niet goed..anders had je wel geweten dat een paar veldjes verderop altijd een groep herten staat te grazen.." Hij draaide zich om. "Als je snel bent zijn ze er nog...Oh ja." Hij draaide zijn kop om. "En mik in het vervolg beter...het kan misschien wel je leven redden." Toen vloog hij op, om zo zijn vlucht over de velden verder door te laten gaan. De man verdwaasd achter zich latend.
Toen hij eenmaal weer hoog in de lucht was,zuchtte hij. Wat een simple ziel..hij had bijna medelijden met die man. Ach, de arme ziel wou gewoon wat te eten. Meer niet..Hij grijnste. Hem doden. Als die sterveling eens wist dat hij al met een dode te maken had..